Een lamp voor je voet
“Gaan jullie mee een nachtwandeling maken?” vraagt papa aan Daan en Thijs. “Vannacht? In het bos? Kunnen we dan wel wat zien?” Als het heel donker is, gaan ze op pad. Het is een spannende tocht. Ze horen allerlei geluiden, maar zien bijna niets. Af en toe knipt papa de zaklantaarn aan. Dan zien ze alles: het pad, de bomen en de struiken. Maar als het licht uitgaat, is het donker. Daan weet het zeker: zonder lamp zouden ze vast en zeker verdwalen. De Bijbel lijkt op een lamp. Zonder de Bijbel weten we niet Wie God is en hoe we Hem kunnen leren kennen. Zonder Gods woorden weten we niet wat Hij van ons vraagt en hoe we Hem kunnen dienen en liefhebben.
Josia is pas acht jaar oud als zijn vader, koning Amon, sterft. Toch wil het volk dat Josia koning wordt. Een koning die een kind is. Kan dat? Zal hij op zijn vader lijken, die de afgoden diende? Of lijkt Josia op zijn opa, koning Manasse? Manasse diende eerst de afgoden, maar leerde God liefhebben. Daarna diende hij Hem. Josia heeft zijn opa goed gekend. Die zal hem vast over de Heere verteld hebben.
Josia heeft de Heere lief en wil een goede koning worden. De eerste jaren helpen andere mensen hem, want het is niet makkelijk om koning te zijn. Als hij twintig is, houdt hij in het land grote schoonmaak: elk afgodsbeeld en elk altaar laat hij afbreken. Er is ook iets dat opgeknapt moet worden: de tempel in Jeruzalem. Vroeger was het een prachtig gebouw, maar nu? Het is oud en vies. Josia wil de tempel net zo mooi maken als vroeger. Timmermannen en metselaars gaan hard aan het werk. Maar wat is dat? Wat ligt daar onder het stof? Een heel oude boekrol. Voorzichtig wordt het stof eraf geveegd. Nu zien ze wat het is: het wetboek van Mozes. Mozes schreef hierin alles op wat de Heere tegen hem gezegd had. Het zijn Gods woorden.
Koning Josia luistert aandachtig als de schrijver Safan voorleest uit het boek van God. Hij schrikt als hij hoort wat God in het wetboek zegt. God zal het volk zegenen als het de geboden van de Heere houdt, maar als de mensen de geboden van de Heere níet houden, zal Hij hen straffen.
Josia weet hoe ongehoorzaam het volk is geweest. Hoe ze jarenlang de afgoden gediend hebben. Ze waren Gods Woord zelfs kwijt. Niemand las er meer in. Deze woorden van God moeten alle mensen horen, zegt Josia. Zodat ze weer weten Wie Hij is en hoe ze Hem moeten dienen.
Het is net als met een lamp in het donker. Je hebt licht nodig om iets te kunnen zien. Je hebt de Bijbel nodig om God te leren kennen. Bid om de Heilige Geest als je het Woord van God gaat lezen. Hij helpt je om Gods woorden te begrijpen. Hij laat je ontdekken om Wie het écht gaat in de Bijbel. Om de Heere Jezus, het levende Woord van God.