Het anker van de hoop
Je hebt vast weleens een kettinkje gezien met drie hangertjes eraan: een kruis, een hart en een anker. Ze laten je drie prachtige, Bijbelse woorden zien. Het kruis is het symbool voor geloof, bij het hart denk je aan liefde en het anker wijst op hoop. Als jij iets hoopt, weet je het meestal niet zeker. “Ik hoop dat het droog blijft”, zeg je, maar de kans is groot dat het toch gaat regenen. In de Bijbel is hoop nooit een klein kansje, maar honderd procent zekerheid.
Paulus, de zendeling en dienstknecht van God, laat je in de Bijbel zien wat echte hoop is. Hij reist mee op een schip, waar hij wordt bewaakt door soldaten. Zij moeten Paulus bij de keizer in Rome brengen. Het schip is kort geleden uit één van de havens van het Griekse eiland Kreta vertrokken. De hoofdman van de soldaten hoopt dat ze zo nog voor de winterstormen in Italië zullen komen. Paulus waarschuwt hem. Er komt storm en het schip zal in nood raken. Maar de stuurman en de kapitein denken dat het beter is om te vertrekken.
Nu is het te laat. Er woedt al dagenlang een verschrikkelijke storm die het schip meesleurt. Het is pikdonker. De zon, de maan en de sterren zijn verborgen achter inktzwarte wolken. De bemanning heeft scheepskabels om het schip gebonden zodat het sterker is. Om te voorkomen dat ze op een zandplaat vastlopen, laten ze de zeilen zakken. Ze gooien lading overboord om het schip lichter te maken. Het is allemaal tevergeefs. Ieder moment kan het schip kapot breken. De mensen zullen in de donkere golven verdrinken. Ze hebben alle hoop op redding verloren.
Eén man op de boot is niet bang. Het is Paulus. “Heb goede moed”, zegt hij tegen de bemanning en de passagiers. “God stuurde vannacht een engel naar mij. Ik zal veilig in Rome komen en niemand van jullie zal omkomen. Wat God zegt, is waar. Hij doet wat Hij belooft.” De mensen zien dat Paulus hoop heeft en het vast gelooft. Ze krijgen zelf ook weer moed.De morgen breekt aan en de storm is nog even hevig als de dagen ervoor. Paulus spoort de uitgeputte mensen aan om iets te eten. Hij straalt rust en hoop uit, omdat God heeft beloofd dat het goed komt. Uiteindelijk breekt het schip op een zandbank in tweeën. Maar alle mensen komen veilig aan land. Sommigen zwemmen, anderen klampen zich vast aan de wrakstukken van het schip. Een paar uur later tellen ze op het strand de schipbreukelingen. Het zijn er… tweehonderdzesenzeventig. Er ontbreekt er niet één.
God doet wat Hij belooft. Hoop in de Bijbel is daarom altijd hoop op God en op Zijn beloften. Zoals een anker zich vasthecht aan de bodem van de zee, zo mag je hopen op de Heere en op Zijn Woord. Zonder geloof in God, ben je zonder hoop in deze wereld. Maar als God je leven nieuw maakt, komt er liefde en hoop in je leven. Hoop dat het goedkomt in de toekomst, wat er nu ook gebeurt. Hoop dat je eeuwig zult leven, omdat de Heere Jezus is opgestaan uit de dood.