Lessen over het Koninkrijk
Samuël, Tom en Noa fietsen iedere dag samen naar school. Eerst rijdt Samuël langs Tom en samen halen ze Noa op. Samuël houdt ervan om naar school te gaan. Lange vakanties vindt hij saai. Tom heeft liever vakantie, maar na een paar weken krijgt hij altijd weer zin in school. Noa niet. Noa wil buiten zijn, rennen en in bomen klimmen. Op Noa moeten ze iedere dag wachten. Hele dagen taal en rekenen? Stilzitten is niks voor Noa!
Deze morgen vertelt de meester over een heel andere school. Een school waar het niet gaat over taal of rekenen. Je hoeft er niet naartoe te fietsen. Een school zonder bel en zonderwerkboeken. Met een Meester die met zijn leerlingen telkens weer op schoolreis gaat. Onderweg vertelt Hij mooie, beeldende verhalen. En wie daar goed naar luistert, leert over een onzichtbaar land. Een land zonder topografie. Het staat niet op een landkaart. Toch het is er wel!
Bart snapt het al. Die Meester is de Heere Jezus. Zijn leerlingen? De discipelen. En dat land? Het Koninkrijk van God! “Luister maar eens naar Jezus”, zegt de meester. “Een man is op een stuk land aan het graven. Plotseling vindt hij een schat! Geweldig; wat een geld en een goud! Maar dat stuk land is niet van hem. Daarom gooit de man de aarde weer over de schat en stampt de grond goed aan. Daarna gaat hij naar huis. Rijk is hij niet, maar hij verkoopt alles wat hij heeft om dat stuk land in bezit te krijgen. Zo wordt de schat van hem. Het maakt hem schatrijk!”
“Het Koninkrijk van God maakt je heel rijk en blij. Daarover vertelt de Heere Jezus nog een verhaal”, zegt de meester. “Een koopman koopt en verkoopt prachtige parels. Daar leeft hij van. Op een dag komt hij een parel tegen zo mooi als hij nog nooit heeft gezien. Ook deze man verkoopt alles wat hij heeft. Die ene parel wil hij hebben. Wat is hij blij en gelukkig als hij hem heeft! Net als die ene parel kostbaarder is dan alle andere parels, zo is het Koninkrijk van God mooier en kostbaarder dan alle landen in de wereld.”
De meester vertelt nog een derde gelijkenis van de Heere Jezus. “Het Koninkrijk van God is als een net vol met vissen. Als de vissers het op het land trekken, gooien ze de slechte vissen weg. De goede vissen, heerlijk om op te eten, bewaren ze. Snap je het al? Veel mensen komen in aanraking met Gods Koninkrijk. Maar niet alle mensen zijn goede burgers van dat rijk. Dat is alleen wie de wil van de Koning doet. Wie Hem van harte heeft lief gekregen.”
“Naar zo’n school zou ik wel toe willen”, zucht Noa. “Mooi dat u dit vertelt, meester”, vindt Bart. “Weet je wat nog mooier is?”, zegt de meester. “Dat die Meester, de Heere Jezus, jullie er nog veel meer over wil leren. Bij Hem moet je zijn om dat Koninkrijk binnen te gaan. De Heilige Geest wil jullie leren om de Koning van dat Koninkrijk helemaal te vertrouwen en Hem te gehoorzamen. En straks komt Hij terug uit de hemel. Dan zullen alle andere landen en koninkrijken er niet meer zijn. Alleen nog dít Koninkrijk, het Koninkrijk van God!”