Steeds maar weer vergeven
Lotte schrijft elke avond in haar dagboek. Het ligt in het laatje van haar nachtkastje. In dat dagboek krijgt alles een plek. Leuke gebeurtenissen, waarbij ze veel plezier heeft. Vervelende situaties, die ze liever nooit meer meemaakt. Momenten waarop ze verdrietig is. Of heel verliefd.
Vorige week ontdekte ze dat Julia, haar oudere zus, alles heeft gelezen. En dat ze er ook nog met haar vriendin over heeft gekletst. Sinds die tijd heeft Lotte niets meer tegen Julia gezegd. Ze is woedend op haar zus. Vandaag kwam Julia naar haar toe. “Het was gemeen van me Lotte. Ik snap dat je heel boos bent. Ik wil graag dat het weer goed is tussen ons. Wil je me vergeven?” Lotte voelt hoe boos ze nog is. Wat een moeilijke vraag!
In de Bijbel lezen we dat Petrus ook een vraag heeft over vergeven. Hoe vaak moet je iemand vergeven die jou telkens dwarszit of beledigt? Jezus zegt dat we niet moeten tellen, maar telkens opnieuw moeten vergeven. Om dat uit te leggen, vertelt Hij een verhaal.
Een koning regelt geldzaken met zijn slaven. Er komt een slaaf bij hem die een enorme schuld heeft. Tienduizend talenten, dat is een schuld van bijna vijf miljard euro. Dat kan hij onmogelijk betalen. De koning geeft opdracht om álles te verkopen wat hij heeft, ook zijn vrouw en kinderen, om de schuld af te lossen. “Heb geduld met mij”, smeekt de slaaf. “Ik zal u alles betalen.” Hij zal het nooit kunnen. Maar de koning krijgt diep medelijden met zijn knecht. “U kunt gaan”, hoort de slaaf. “U hoeft niets meer te betalen. Uw schuld is kwijtgescholden.”
Als hij buiten loopt, komt hij een medeslaaf tegen. Opeens herinnert hij zich dat die slaaf nog geld aan hem moet terugbetalen. Honderd penningen, omgerekend zo’n 10.000 euro. Hij pakt hem hardhandig beet. “Betaal mij nú dat geld terug!” De medeslaaf valt op zijn knieën. “Heb geduld met mij en ik zal alles betalen” Maar de slaaf die zo goed behandeld was door zijn meester, heeft zelf geen medelijden. Hij laat zijn medeslaaf in de gevangenis gooien. Daar moet hij werken totdat de schuld is betaald.
Andere slaven hebben het gezien. Verdrietig vertellen ze alles aan de koning. Woedend roept de koning zijn wrede slaaf bij zich. “Jij slechte slaaf, ik had je al je schuld kwijtgescholden. Waarom heb je dan geen medelijden met je medeslaaf?” De koning veroordeelt hem tot zware dwangarbeid, totdat hij zijn hele schuld betaald heeft. Dat is onmogelijk. Nooit zal hij zijn vrijheid terug krijgen. Als Jezus dit verhaal verteld heeft, zegt hij: “Zo zal Mijn hemelse Vader ook met jullie doen als je een ander niet van harte vergeeft”.
De schuld die Julia bij Lotte heeft, is niet te vergelijken met de schuld die je tegenover God hebt. Die is veel groter. Toch biedt God jou vergeving aan. Dat kan alleen omdat de Heere Jezus de straf ervoor wilde dragen aan het kruis. Als jij je zonden eerlijk aan God vertelt en vertrouwt op het offer van de Heere Jezus, wil God al jouw zonden wegdoen. Vergeven en vergeten. Zo is God! Heb je dat kostbare geschenk van vergeving al ontvangen? Dan ga je er ook van uitdelen aan anderen!