Vrede is een geschenk
Verdrietig zit Nathan op de rand van zijn bed. Hij had vanavond ruzie met Joost, zijn broer. Hij schreeuwde naar Joost en heeft hem zelfs geslagen. Eigenlijk bidt Nathan altijd voor hij gaat slapen. Maar wat moet hij nu zeggen tegen God? Hij voelt geen vrede in zijn hart.
In de Bijbel lees je over een jonge man die ook geen vrede in zijn hart voelt. Zo hard als hij kan, rent Onesimus door de straten van Kolosse. Zijn baas Filemon heeft nog niets gemerkt. Als Onesimus opschiet, kan hij de boot naar Rome halen vóórdat iemand ontdekt dat hij geld heeft gestolen en is ontsnapt. Als vrij man kan hij met het geld van Filemon een nieuw leven beginnen voor zichzelf.
Maar dat valt tegen! Rome is niet alleen een drukke stad, maar het leven is er ook hard en duur. De geldbuidel van Onesimus raakt steeds leger. Wat moet hij doen als het geld straks helemaal op is? Wie maakt zich druk om een weggelopen slaaf?
Dan hoort Onesimus dat Paulus in Rome is. Die naam kent hij! Daar heeft hij Filemon en de andere christenen in Kolosse veel over horen praten. Paulus, de grote prediker, zit in Rome gevangen in een huis. Hij mag er niet uit, maar je kunt wel bij hem op bezoek. Zou Paulus Onesimus willen ontvangen?
Onesimus is van harte welkom bij Paulus. “Jij bent een weggelopen slaaf en een dief”, zegt Paulus, “maar ik ben een nog veel grotere zondaar”. Ademloos luistert Onesimus naar Paulus’ verhaal. “Vroeger haatte ik alle volgelingen van Jezus. Ik pakte ze op en gooide ze in de gevangenis. Ik dacht dat ik heel goed werk deed voor God. Maar toen zocht Jezus mij op. Hij liet mij zien dat ik een vijand van God was. En dat ik Hém nodig heb om een vriend van God te worden. Door de Heere Jezus kwam er vrede in mijn hart. Vrede met God en met de mensen om mij heen.”
“Nu vervolg ik geen mensen meer”, glimlacht Paulus. “Nu zit ik zelf in de gevangenis. Maar die vrede van God, die wij Joden ‘shalom’ noemen, gaat nooit meer uit mijn hart. Die vrede is er voor iedereen die zijn zonden belijdt en gelooft in de Heere Jezus.” Onesimus merkt dat wat Paulus vertelt echt waar is. Ook hij gaat geloven in de Heere Jezus. God geeft die vrede ook in zijn hart.
Opnieuw gaat hij op reis. Terug naar Kolosse. Hij moet het goed maken met zijn meester. Filemon zal vast erg boos zijn. Een slaaf die steelt en wegloopt, krijgt de doodstraf weet Onesimus. Toch voelt hij zich rustig. In zijn hand heeft hij een brief van Paulus. Daarin staat dat Filemon aan de vrede van de Heere Jezus moet denken. Dat hij Onesimus als broeder moet ontvangen. Onesimus gelooft dat de Heere bij hem zal zijn als hij straks bij Filemon komt.
Na de flinke ruzie met zijn broer merkt Nathan niks van vrede in zijn hart. Toch belooft God die vrede ook aan hem. Als hij met zijn zonden bij de Heere Jezus komt en om vergeving vraagt. Als hij bidt om de Heilige Geest, Die helpt om het weer goed te maken met zijn broer. Daarom is bidden het beste wat Nathan kan doen voor hij gaat slapen. Want vrede is een geschenk van God.