Een diepe kloof…
Krijg je weleens straf? Als je buiten iets ondeugends hebt gedaan, moet je misschien de rest van de middag binnen spelen. Of je moet op de trap zitten, omdat je het lego bouwwerk van je broertje expres kapot hebt gemaakt. Waarom doen je vader en je moeder dat? Omdat het eerlijk is. Wie verkeerd doet, verdient straf. Je vader en moeder doen dat, omdat ze van je houden. Straf helpt om je te laten zien dat je doen moet wat je ouders van je vragen. En dus ook wat God van jou vraagt.
God is heilig. Dat betekent dat Hij geen enkele zonde heeft of doet. Hij wil dat wij óók heilig leven. Omdat God zo heilig is, kan Hij ons geen verkeerde dingen laten doen zonder ons daarvoor te straffen. In de Bijbel lezen we dat álle zonden door God gestraft moeten worden met een verschrikkelijke straf. Die straf, dat is de hel. Op verschillende plaatsen in de Bijbel lees je hoe afschuwelijk de hel is. Eén daarvan is de gelijkenis die Jezus vertelt over de rijke man en de arme Lazarus.
Een rijke man woont in een prachtig huis. Hij is schatrijk, draagt dure kleren en houdt iedere dag een feest. Hij denkt alleen aan zichzelf. Aan de poort van dat mooie huis ligt een bedelaar. Hij is ziek en bedelt om voedsel. Maar er komen alleen straathonden, die zijn zweren likken. Deze bedelaar heet Lazarus. Die naam betekent: God is mijn hulp. Lazarus stelt zijn vertrouwen op God en weet dat alleen God hem helpen kan. Als Lazarus sterft, dragen de engelen van God hem naar de hemel. Lazarus heeft nu geen pijn en verdriet meer. Hij mag voor altijd bij de Heere zijn.
De rijke man sterft ook en krijgt een prachtige begrafenis. Maar hij doet zijn ogen open in de hel… In de verte ziet hij Abraham en, heel dichtbij hem, Lazarus. Hij roept: “vader Abraham, heb medelijden met mij! Stuur Lazarus naar mij toe om mijn tong te verkoelen, want ik lijd vreselijke pijn in dit vuur!” Maar dat is onmogelijk: tussen de hemel en de hel is een grote, diepe kloof. Er kan niemand overheen. De tijd van redding is voor de rijke man voorbij. De rijke man vraagt of Lazarus dan aan zijn broers wil vertellen hoe verschrikkelijk het is in de hel. “Nee”, zegt Abraham. “Ze kunnen het Woord van God lezen. Als ze daar niet naar luisteren, zullen ze zich ook niet bekeren als er iemand uit de dood opstaat”.
De Bijbel zegt dat álle zonden gestraft moeten worden met een verschrikkelijke straf. De Heere Jezus vertelt ons over de hel om je te waarschuwen. Hij wil dat je gered wordt! Daarom wilde Híj de straf krijgen, die jij en ik hebben verdiend. Als je in de Heere Jezus gelooft, kom je niet in de hel, maar krijg je het eeuwige leven! Dat betekent dat je voor altijd dichtbij Hem mag zijn. Wat een kostbaar geschenk is dat. Dan ben je voor altijd gelukkig!