Geen beelden van God
Lucas en zijn vader hebben hetzelfde donkere, krullende haar. Als Lucas lacht, heeft hij een kuiltje in zijn wang, net als zijn vader. Ze hebben allebei blauwe ogen. En ze kunnen beiden even fanatiek voetballen. “Sprekend zijn vader”, zeggen mensen vaak als ze Lucas zien.
Je kunt sprekend op je vader of moeder lijken. Maar niemand kan zeggen dat hij sprekend op de HEERE God lijkt. God is zo bijzonder, zo groot! Hij is volmaakt, perfect. We kunnen ons dat helemaal niet voorstellen. Daarom kunnen we geen afbeelding van Hem maken. Dat mogen we ook niet, want die wordt altijd minder mooi dan God is.
Toch heeft het volk van Israël een afbeelding gemaakt. De HEERE heeft het volk uit Egypte bevrijd. Ze hebben al een lange reis door de woestijn gemaakt. Elke dag opnieuw zorgt God voor Zijn volk. Hij wijst de weg, geeft schaduw en bescherming. Hij geeft alle mensen water, brood en vlees. Nu is het volk aangekomen bij het gebergte Sinaï.
Hier gaat de HEERE aan de Israëlieten vertellen hoe Hij wil dat ze met Hem leven. Het volk moet bij de Sinaï wachten als Mozes de berg op gaat. Daar geeft de HEERE Zijn geboden, de wet van God. Er gaat een dag voorbij, maar Mozes komt niet terug. Het duurt dagen, weken... en nog steeds is Mozes op de berg.
Zou hij nog wel terugkomen? Het volk wordt ongeduldig. Wat roepen ze nu tegen Aäron? “Maak goden voor ons die met ons meegaan op weg naar Kanaän!” Maar de HEERE is toch hun God? Hij wijst hun toch de weg? Aäron zegt: “Breng al jullie sieraden bij mij!” De mensen rukken hun sieraden af en geven ze aan Aäron. Die smelt het goud en maakt er een beeld van: een kalf van goud. “Dit is uw God, Israël, die u uit het land Egypte geleid heeft!” roept hij tegen het volk. Aäron bouwt een altaar en zegt dat er morgen een feest zal zijn voor de HEERE.
De volgende dag is er een groot feest. Het volk eet en drinkt en de mensen brengen offers. De HEERE ziet het allemaal. Hij zegt tegen Mozes: “Het volk wil naar Mij niet luisteren. Daarom zal Ik hen vernietigen.” Als Mozes dat hoort, schrikt hij heel erg. “Doe dat niet, HEERE! Straks zeggen de Egyptenaren nog dat U hen niet in Kanaän kon brengen. Denk toch aan wat U beloofd hebt aan Abraham, Izak en Israël!” De HEERE hoort het gebed van Mozes. Hij straft het volk wel, maar roeit hen niet uit. Hij is barmhartig, genadig en vol geduld.
Het volk maakte een beeld en wilde zo God aanbidden. Maar God kan en mag niet afgebeeld worden. Er is immers niemand zoals Hij! Daarom hoor jij iedere zondag dat je geen afbeelding mag maken van iets wat God geschapen heeft, om daarmee God te aanbidden en te dienen. God wil dat je Hem liefhebt en vertrouwt zoals Hij Zich bekend maakt in de Bijbel. Daarin laat de Heere Jezus ons op een bijzondere manier zien Wie en hoe de HEERE is. Door in Hem te geloven, leer je de HEERE God écht kennen. Zo krijg je, door het werk van de Heilige Geest, in je hart een goed beeld van Wie God is.